Apparaatstatus oproepen
De apparaatstatus kan direct in Loxone Config worden opgeroepen door de Miniserver in de randapparatuur te selecteren. Daardoor verschijnt in de multifunctionele balk bovenaan een knop “Apparaatstatus”.
Bijkomende informatie oproepen
Naast de algemene informatie in de apparaatstatus kunnen nog andere details over de verschillende apparaten worden opgeroepen die vereist zijn voor een meer diepgaande analyse door de Loxone-support.
Als informatie op die manier wordt opgeroepen, worden de gegevens in gewone tekst geopend in een editor. Dit bestand kan dan worden opgeslagen en eventueel worden doorgestuurd naar de Loxone-support.
Miniserver-log (def.log):
Het zogenaamde def.log kan worden opgeroepen door met de rechter muisknop op de gewenste Miniserver te klikken en vervolgens “Logbestand oproepen” te selecteren.
Dit bestand bevat belangrijke informatie over de Miniserver en alle componenten en gebruikte functies.
Miniserver-structuurbestand (LoxApp3.json):
Het structuurbestand is nodig om communicatie toe te laten tussen de visualisering en de Miniserver.
Dit bestand wordt opgeroepen door met de rechter muisknop de Miniserver te selecteren en vervolgens “LoxApp3.json oproepen” te selecteren.
Gedetailleerde apparaatinformatie oproepen (TechReport):
Het TechReport kan bij talrijke apparaten worden opgeroepen en biedt bijkomende gedetailleerde informatie over het geselecteerde apparaat.
Dit rapport wordt opgeroepen door met de rechter muisknop het gewenste apparaat te selecteren en op “Gedetailleerde apparaatinfo” te klikken.
OPGELET: Het TechReport kan alleen worden opgeroepen wanneer het apparaat in kwestie “wakker” is. Meer informatie hieromtrent vindt u op het einde van deze pagina.
Bijkomende functies:
Op sommige apparaten kan niet alleen gedetailleerde informatie worden opgeroepen, maar kunnen ook bepaalde functies worden uitgevoerd.
Miniserver opnieuw starten
Met deze functie wordt de Miniserver opnieuw gestart en worden alle programma’s en functies opnieuw geladen.
Deze functie wordt opgeroepen door met de rechter muisknop de Miniserver te selecteren en daar “Miniserver herstarten” te selecteren.
Apparaten wekken
Met batterij gevoede Air-apparaten melden zich met ingestelde intervallen om de batterij te sparen.
Deze apparaten (bijv.: bewegingsmelder Air) moeten vooraf worden gewekt, anders kan geen gedetailleerd rapport worden opgeroepen.
Als deze functie wordt uitgevoerd, blijft een apparaat, wanneer het zich de volgende keer meldt, extra 5 minuten “wakker”. Gedurende die tijd kan een opvraging worden uitgevoerd. Hoe vaak een Air-apparaat zich precies meldt, kan worden ingesteld bij het apparaat zelf in de Config of ligt vast. Meer informatie hieromtrent vindt u in de individuele productinformatie.
Een apparaat kan worden gewekt door met de rechter muisknop het gewenste apparaat te selecteren en in het dialoogvenster op “Apparaten wekken” te klikken.