De Loxone aanwezigheidsmelder Tree wordt gebruikt om aanwezigheid, beweging en lichtsterkte in een ruimte te detecteren. Naast de passieve infraroodsensor heeft deze ook een akoestische aanwezigheidsdetectie.
De aanwezigheidsmelder is ook verkrijgbaar als inbouwvariant in het plafond, passend bij het design van onze LED-spots. De functies van beide versies van de aanwezigheidsmelder zijn identiek.
De Aanwezigheidssensor kan ook sommige huisdieren detecteren. Hoewel de gevoeligheid van de sensor kan worden verminderd, is er geen speciale technologie die de detectie van huisdieren uitsluit. |
Datasheet aanwezigheidsdetector Tree
Datasheet aanwezigheidsmelder plafondinbouw Tree
Inhoudsopgave
- Montage
- Inbedrijfname
- Gebruik en gedrag
- Volumedrempels instellen
- Ingangen, uitgangen, eigenschappen
- Veiligheidsinstructies
- Documenten
Montage↑
Schakel de voedingsspanning uit voor de montage.
Aanwezigheidsmelder Tree:
Sluit de voeding (oranje/witte klem) en de Tree dataleidingen (groen/witte klem) aan.
Bevestig daarna de aanwezigheidsmelder op de montagering.
Aanwezigheidsmelder plafondinbouw Tree:
Sluit de voeding (oranje/witte draad) en de Tree datalijnen (groen/groen-witte draad) aan.
Vouw de bevestigingsveren terug en laat het apparaat in de montageopening vastklikken. Zorg ervoor dat er geen kabels gekneld raken.
Voor een perfecte werking van de bewegingsdetectie is de juiste plaatsing aan het plafond van cruciaal belang. De volgende schetsen zullen u hierbij helpen: |
Inbedrijfname↑
Na het inschakelen van de voedingsspanning knippert de statusled na korte tijd oranje als de bedrading correct is (verbinding met Tree Extension / Miniserver is aanwezig).
Volg dan de koppelprocedure op de Tree interface.
Gebruik en gedrag↑
De aanwezigheidsingang van de sensor wordt gebruikt op functiebouwstenen met aanwezigheidsingang (P). Hij kan ook worden gebruikt voor bouwstenen met bewegingssensor (Mo)-ingangen, b.v. Lichtregelaar. De nalooptijd wordt dan echter niet meer in de bouwstenen gespecificeerd, maar via de aanwezigheidssensor. De nalooptijd (Moet) van de bouwstenen wordt bij gebruik van de aanwezigheidsingang op 0,1s ingesteld. Daardoor blijft b.v. de verlichting actief zolang de sensor aanwezigheid aangeeft.
Het is belangrijk om op te merken dat de akoestische sensor pas geactiveerd wordt na beweging. In een rustige situatie kan het gebeuren dat ondanks de aanwezigheid van een persoon, geen enkele aanwezigheid wordt gedetecteerd. Bijvoorbeeld als u tijdens het lezen lange tijd niet beweegt en er geen geluiden aanwezig zijn. Hierdoor wordt de verlichting uitgeschakeld. Binnen 10 seconden na het einde van de aanwezigheid is het nu mogelijk om de aanwezigheidsingang uitsluitend door middel van geluiden te heractiveren. U kunt dan bijvoorbeeld "Hé" roepen en zo de verlichting weer aanzetten. Het is niet absoluut noodzakelijk om in deze tijd weer te bewegen.
Volumedrempels instellen↑
Een venster met een diagram voor het instellen van de volumedrempels kan in de eigenschappen van de aanwezigheidsmelder worden geopend:
Aan de hand van het actuele omgevingsvolume van de geselecteerde aanwezigheidsmelder wordt dan een diagram getekend. Gebruik het diagram om de volumedrempels voor aanwezigheid en volume-alarm aan te passen aan de specifieke locatie.
Gelieve rekening te houden met eventuele intermitterende lawaaibronnen die de aanwezigheid kunnen verlengen of een alarm kunnen veroorzaken, zelfs als u weg bent. Bijvoorbeeld, vaatwassers (aanwezigheidsuitbreiding) of sterk geluid van buitenaf zoals bouwplaatsen, zwaar verkeer of iets dergelijks (volume-alarm).
Sensoren↑
Korte beschrijving | Beschrijving | Eenheid | Waardebereik |
---|---|---|---|
Volume minimum | Geeft het minimale volume periodiek aan op basis van de waarde die is ingesteld in "Zendcyclus volume". | - | 20...2000 |
Volume maximum | Geeft het minimale volume periodiek aan op basis van de waarde die is ingesteld in "Zendcyclus volume". | - | 20...2000 |
Helderheid | Meetwaarde van de huidige helderheid | Lx | 0...32000 |
Beweging | Ingang is actief wanneer er beweging wordt gedetecteerd | - | 0/1 |
Aanwezigheid | Ingang is actief zolang de aanwezigheid wordt gedetecteerd. Beweging activeert de ingang, het volume en beweging houdt het actief. | - | 0/1 |
Alarm volume | De ingang geeft een impuls wanneer het volume de drempel voor het alarm volume overschrijdt. 1 puls per 10s. | - | 0/1 |
Diagnose ingangen↑
Korte beschrijving | Beschrijving | Eenheid | Waardebereik |
---|---|---|---|
Online status Aanwezigheidsmelder Tree | Geeft aan of het apparaat door de Miniserver kan worden bereikt. Diagnose voor Air-apparaten Diagnose voor Tree-apparaten Diagnose voor Extensions |
Digitaal | 0/1 |
Eigenschappen↑
Korte beschrijving | Beschrijving | Eenheid | Waardebereik | Standaardwaarde |
---|---|---|---|---|
Onlinestatus bewaken | Indien aangevinkt dan wordt je via de systeem status op de hoogte gesteld via de Loxone App of Mailer, als het apparaat niet langer beschikbaar of offline is. | - | - | - |
Serienummer | Specificeert het serienummer van het apparaat. Voor extensies: Voer 'Auto' in om automatisch een Extensie met onbekend serienummer te koppelen. Dit kan alleen worden gebruikt als er slechts één Extensie van hetzelfde type is. Sla op in de Miniserver, om de Extension te koppelen. Daarna moet het programma worden geladen vanuit de Miniserver om het werkelijke serienummer van de Extension in het programma over te brengen. |
- | - | - |
Apparaattype | Tree apparaat type | - | - | - |
Volumedrempel bij aanwezigheid | Minimum volume om aanwezigheid te herkennen | - | 20...2000 | 250 |
Volumedrempel alarmvolume | Minimum volume om alarm weer te geven | - | 20...2000 | 1000 |
Geluidsdrempels | Configureer de volumedrempels aan de hand van een grafiek van het huidige volume | - | - | - |
Nalooptijd aanwezigheid | Nalooptijd voor aanwezigheidsingang. Wordt de aanwezigheidsmelder op een alarmsysteem gebruikt, wordt de kortste nalooptijd ingesteld. | s | 2...60000 | 300 |
Naloop tijd beweging | De ingang 'Beweging (Mo)' blijft actief gedurende de ingestelde vervolgtijd na de laatst gedetecteerde beweging. Hoe hoger de ingestelde vervolgtijd, hoe minder pakketten er naar Tree en Link moeten worden gestuurd. Als de bewegingsmelder wordt gebruikt op een alarmsysteem, wordt de vervolgtijd automatisch ingesteld op 3s zodra het systeem is ingeschakeld. |
s | 2...900 | 60 |
Zendcyclus volumen | Verzendcyclus van het minimum en maximum volume (1-3600 sec, 0=UIT) | s | 0...3600 | 300 |
Zendcyclus helderheid | De helderheid wordt cyclisch uitgezonden in de ingestelde overdrachtscyclus (0=OFF). Bovendien wordt de helderheid doorgegeven bij detectie van aanwezigheid of een verandering van minstens 30%. Als de helderheid door een constante lichtregelaar wordt gebruikt, wordt deze al bij een verandering van 5% uitgezonden. | s | 0...7200 | 900 |
Aanwezigheidsduur zonder beweging | Aanwezigheid wordt beëindigd wanneer er gedurende deze periode geen beweging is waargenomen. Dit voorkomt dat constante omgevingsgeluiden de aanwezigheid actief houden. Controleer voordat je deze functie gebruikt of de volumedrempel voor aanwezigheid overeenkomstig is ingesteld. 0 = Schakelt deze functie uit. |
s | 0...60000 | 1800 |
Gevoeligheid | Is van invloed op de gevoeligheid en daarmee op het bereik van de bewegingserkenning | - | - | - |
Veiligheidsinstructies↑
De installatie moet worden uitgevoerd door een gekwalificeerde elektricien in overeenstemming met de geldende voorschriften.
Zorg ervoor dat het apparaat wordt beschermd tegen water.
Documenten↑
Datasheet aanwezigheidsmelder Tree
Datasheet aanwezigheidsmelder inbouwplafond Tree