Inbraakalarm centraal

Met deze bouwsteen kunnen alle alarm systeem bouwstenen gecontroleerd worden.
Open met een dubbelklik op de bouwsteen het dialoogvenster om de gekoppelde bouwstenen te selecteren

Inhoudsopgave


Ingangen

Contractie Korte beschrijving Beschrijving Waardebereik
Tg Toggle with presence detection Wisselt tussen activeren en deactiveren.
Aanwezigheidssensoren worden gebruikt om een alarm te triggeren.
0/1
Tgnp Toggle without presence detection Wisselt tussen activeren en deactiveren.
Aanwezigheidssensoren worden niet gebruikt om een alarm te activeren.
0/1
A Arm with presence detection Activeert het alarmsysteem.
Aanwezigheidssensoren worden gebruikt om een alarm te activeren.
0/1
Anp Arm without presence detection Activeert het alarmsysteem.
Aanwezigheidssensoren worden niet gebruikt om een alarm te activeren.
0/1
Ad Arm delayed with presence detection Activeert het alarmsysteem met een vertraging (Ard).
Aanwezigheidssensoren worden gebruikt om een alarm te triggeren.
0/1
Adnp Arm delayed without presence detection Activeert het alarmsysteem met een vertraging (Ard).
Aanwezigheidssensoren worden niet gebruikt om een alarm te triggeren.
0/1
Off Off Puls: Uitgangen worden gereset / uitgeschakeld.
Aan: Bouwsteen is vergrendeld.
Dominerende ingang.
De naam van de aangesloten sensor wordt gebruikt in de gebruikersinterface.
0/1
Ca Confirm alarm Bevestigt het huidige alarm en reset alle alarmuitgangen.
Het alarmsysteem blijft ingeschakeld.
0/1
DisPc Disable periphery control Blokkeert de ingangen (Tg), (Tgnp), (A), (Anp), (Ad), (Adnp) wanneer aan. (b.v. kinderslot, reiniging)
Controle via de gebruikersinterface is nog steeds mogelijk.
0/1




Uitgangen

Contractie Korte beschrijving Beschrijving
AC API Connector Intelligente API gebaseerde connector.
API Commands




Eigenschappen

Korte beschrijving Beschrijving Standaardwaarde
Selectie Alle geselecteerde alarmsysteem bouwstenen kunnen samen aangestuurd worden. -




Basisprogrammering

Dubbelklikken op het blok opent het volgende venster.

Centrale commando's worden niet geblokkeerd door een actieve (DisPc) ingang op het betreffende functiebouwsteen. Als een functiebouwsteen in een centrale bouwsteen wordt gebruikt, wordt dit aangegeven door het centrale symbool op het betreffende bouwsteen.
De functies die op het centrale bouwsteen kunnen worden gebruikt, zijn afhankelijk van de gekoppelde bouwstenen en worden via hun parameters ingesteld. Indien een functieblok een functie niet ondersteunt, kan deze niet worden aangestuurd.