Toepassing
Met de correctiefunctie kan de schaal van meetbereiken en signalen worden aangepast.
Basisprogrammering
Vaak moeten analoge signalen worden omgezet in een ander waardebereik.
Bijvoorbeeld een temperatuursensor op de analoge ingang:
De in het voorbeeld gebruikte sensor heeft een meetbereik van -30 °C tot +70 °C, maar aan de Miniserver levert hij een 0 – 10 V signaal. Omdat we niet met een waarde van 0-10 moeten werken maar met de juiste temperatuur, kunnen we het 0-10 V signaal omzetten naar een temperatuurbereik.
Dit is direct in de eigenschappen van de analoge ingang mogelijk.
Voor een 0-10 V sensor met een meetbereik van -30 °C tot +70 °C stelt u in de Loxone Config-software de volgende waarden in:
Ingangswaarde 1 | 0 | onderste waarde van de meetspanning |
Weergavewaarde 1 | -30 | onderste waarde van het meetbereik van de sensor |
Ingangswaarde 2 | 10 | bovenste waarde van de meetspanning |
Weergavewaarde 2 | 70 | bovenste waarde van het meetbereik van de sensor |
De schaal van het signaal wordt nu aangepast zoals aangegeven in de karakteristiek.
VOORBEELD VOOR SENSOREN UIT ONZE WEBSHOP
Hierna enkele voorbeelden met sensoren uit onze webshop.
TEMPERATUURSENSOR WOONRUIMTE
Instellingen temperatuur: (meetbereik instelbaar met DIP-schakelaars)
De sensor wordt met een meetbereikinstelling van -30 °C tot +70 °C geleverd; het voorbeeld heeft betrekking op deze instelling.
Ingangswaarde 1 | 0 |
Weergavewaarde 1 | -30 °C (onderste uiteinde van het meetbereik) |
Ingangswaarde 2 | 10 |
Weergavewaarde 2 | +70 °C (bovenste uiteinde van het meetbereik) |
TEMPERATUUR-/VOCHTSENSOR WOONRUIMTE EN BUITEN
Artikelnummer: 200010
Artikelnummer: 200031
Instellingen temperatuur: (meetbereik -30°C tot + 70 °C)
Ingangswaarde 1 | 0 |
Weergavewaarde 1 | -30 |
Ingangswaarde 2 | 10 |
Weergavewaarde 2 | 70 |
Instellingen vochtigheid: (meetbereik 0 tot 100 % relatieve vochtigheid)
Ingangswaarde 1 | 0 |
Weergavewaarde 1 | 0 |
Ingangswaarde 2 | 10 |
Weergavewaarde 2 | 100 |
TEMPERATUURSENSOR BUITEN / WATER
Artikelnummer: 200003
Artikelnummer: 200077
Instellingen temperatuur: (meetbereik -30°C tot + 70 °C)
Ingangswaarde 1 | 0 |
Weergavewaarde 1 | -30 |
Ingangswaarde 2 | 10 |
Weergavewaarde 2 | 70 |
HELDERHEIDSSENSOR
Instellingen helderheid: (meetbereik instelbaar met DIP-schakelaars: 0 tot 100.000 lux)
De sensor wordt met een meetbereikinstelling van 0 tot 100 lux geleverd; het voorbeeld heeft betrekking op deze instelling.
Ingangswaarde 1 | 0 |
Weergavewaarde 1 | 0 (onderste uiteinde van het meetbereik) |
Ingangswaarde 2 | 10 |
Weergavewaarde 2 | 100 (bovenste uiteinde van het meetbereik) |
Hier een link die hulp biedt bij de correctie van de helderheidssensor, zodat men de juiste helderheidswaarden kan inschatten.
TEMPERATUUR- EN VOCHTSENSOR SAUNA
Instellingen temperatuur: (meetbereik -30 °C tot + 120 °C)
Ingangswaarde 1 | 0 |
Weergavewaarde 1 | -30 |
Ingangswaarde 2 | 10 |
Weergavewaarde 2 | 120 |
Instellingen vochtigheid: (meetbereik 0 % tot 100 %)
Ingangswaarde 1 | 0 |
Weergavewaarde 1 | 0 |
Ingangswaarde 2 | 10 |
Weergavewaarde 2 | 100 |
TEMPERATUUR-/VOCHT-/CO2-SENSOR
Artikelnummer: 200017
Instellingen temperatuur: (meetbereik 0 °C tot 50 °C)
Ingangswaarde 1 | 0 |
Weergavewaarde 1 | 0 |
Ingangswaarde 2 | 10 |
Weergavewaarde 2 | 50 |
Instellingen vochtigheid: (meetbereik 0 tot 100 % relatieve vochtigheid)
Ingangswaarde 1 | 0 |
Weergavewaarde 1 | 0 |
Ingangswaarde 2 | 10 |
Weergavewaarde 2 | 100 |
Instellingen CO2: (meetbereik 0 tot 2.000 ppm)
Ingangswaarde 1 | 0 |
Weergavewaarde 1 | 0 |
Ingangswaarde 2 | 10 |
Weergavewaarde 2 | 2000 |
ULTRASOONSENSOR
Instellingen: (meetbereik 350 mm tot 6.000 mm)
Ingangswaarde 1 | 0 |
Weergavewaarde 1 | 350 |
Ingangswaarde 2 | 10 |
Weergavewaarde 2 | 6000 |
AANPASSING BIJ AFWIJKING
Door tocht, een ongunstige positionering of de toleranties van de gebruikte componenten kan een lichte afwijking van de meetwaarde optreden. Ook dit gedrag kan echter worden gecorrigeerd.
U heeft bijvoorbeeld een temperatuursensor die in Loxone Config wordt aangegeven met 21 °C. Met een andere thermometer werd in het midden van de ruimte echter een temperatuur van 22,5 °C gemeten.
We moeten nu nagaan welke spanning de sensor levert om de temperatuurkarakteristiek te kunnen verschuiven.
Daartoe maken we verbinding met onze Miniserver, gaan naar het menu-item “Test” en starten daar de “Live View”.
In de Live View zien we nu de actuele live-status van alle in- en uitgangen. In de Randapparatuur gaan we nu naar de Miniserver of Extension waarop onze sensor aangesloten is. In ons geval is de sensor gekoppeld aan analoge ingang 1 van de Miniserver.
De actuele spanningswaarde wordt nu direct weergegeven (zie rode pijl in de afbeelding) en bedraagt in ons geval 6 Volt.
Samengevat:
Gemeten temperatuur van sensor: | 21 °C |
Meetspanning: | 6 V |
Werkelijke temperatuur in de ruimte | 22,5 °C |
Nu bewerken we gewoon de correctie-instellingen (ingangswaarde 2 en weergavewaarde 2) in de eigenschappen van de analoge ingang.
Ingangswaarde 1 | 0 | onderste waarde van de ingangsspanning (blijft gelijk) |
Weergavewaarde 1 | -30 | onderste waarde van het meetbereik (blijft gelijk) |
Ingangswaarde 2 | 6 | Spanningswaarde van de referentiemeting |
Weergavewaarde 2 | 22,5 | Werkelijke temperatuur in de ruimte |
De temperatuurlijn wordt nu 1,5 °C omhoog geschoven. De temperatuurwaarde wordt nu correct weergegeven.
CORRECTIE BIJ 1-WIRE-, AIR- OF ENOCEAN-SENSOREN
Gemeten temperatuur van sensor: | 21 °C |
Werkelijke temperatuur in de ruimte | 22,5 °C |
Nu bewerken we gewoon de correctie-instellingen (ingangswaarde 2 en weergavewaarde 2) in de eigenschappen van de analoge ingang.
Ingangswaarde 1 | 0 | blijft op 0 |
Weergavewaarde 1 | 0 | blijft op 0 |
Ingangswaarde 2 | 21 | Temperatuur van sensor |
Weergavewaarde 2 | 22,5 | Werkelijke temperatuur in de ruimte |
De temperatuurlijn wordt nu 1,5 °C omhoog geschoven. De temperatuurwaarde wordt nu correct weergegeven.