ALGEMENE INFORMATIE
Werken aan de bedrading en verplaatsen van in-/uitgangen, Link-verbindingen of vervangen van individuele apparaten is UITSLUITEND in spanningsloze toestand toegestaan!
Voor ze opnieuw worden ingeschakeld, dient u nogmaals te controleren of alle stekkers weer op de juiste plaats ingestoken zijn; pas daarna mag de stroomvoorziening weer worden ingeschakeld.
EXTENSIONS WORDEN NIET GEVONDEN OF GAAN SOMS OFFLINE?
1. Extension knippert oranje
Controleer of de Extension met het juiste serienummer in het programma is opgenomen en in de Miniserver is opgeslagen. Maak daartoe verbinding met uw Miniserver en laad het PLC-programma uit de Miniserver. Selecteer in de randapparatuur nu de gewenste Extension. In het eigenschappenvenster is het serienummer zichtbaar; dit kan indien nodig worden aangepast. Het serienummer van de Extension vindt u op de achterzijde.
2.
Schakel de volledige installatie ongeveer 10 seconden stroomloos door de stroomverbreker uit te schakelen. De groene klem van de Loxone-apparaten (= stroomvoorziening) mag NIET worden afgetrokken wanneer de stroomvoorziening actief is.
3.
Als de Extension verder oranje knippert, schakelt u de stroomvoorziening uit.
Controleer nu of de blauwe klem correct is ingestoken en de draden juist werden aangesloten. Eventueel is een draad afgebroken of zit de isolatie vastgeklemd.
Als er meerdere voedingen aanwezig zijn, gaat u na of de GND van alle voedingen met elkaar verbonden zijn. Als deze verbinding niet in orde is, kan er door potentiaalverschillen tussen de voedingen ook schade optreden aan de Loxone Link-interface.
4.
Gebruik nu een weerstandsmeter (bijv. multimeter) om de weerstand te meten tussen de twee polen van de Loxone Link (tussen de twee schroeven van de Link-klem).
De weerstand moet circa 60 Ohm bedragen.
Hierna een tabel met typische weerstandswaarden:
Alleen Miniserver | Alleen Extension | Volledig bekabelde installatie | |
Link – Link | 120-140 Ohm | > 20kOhm | 60-65 Ohm |
Link – GND | > 20kOhm | > 20kOhm | > 2kOhm |
Als uw gemeten waarde afwijkt, controleert u of de Loxone Link aan de laatste Extension werd afgesloten met een weerstand van 120 Ohm, en controleert u ook de continuïteit van de kabel.
5.
Als er nog geen fout merkbaar is, meet u vervolgens de weerstand van de verschillende Loxone Link-polen ten opzichte van GND. Afhankelijk van het aantal aangesloten Extensions moet de weerstandswaarde minstens 1-50 kOhm bedragen.
6.
Als deze minimale weerstand geenszins wordt bereikt, sluit u de Ohmmeter aan tussen GND en de Loxone Link-klem. Trek nu de Loxone Link-klemmen (blauwe klem) van alle Extensions een voor een af en controleer telkens de aanduiding op de Ohmmeter. Ontkoppel de ene Extension na de andere van de Loxone Link tot de weerstand plots stijgt. Dit betekent dat er een defect is in de Extension die net werd losgekoppeld.
Neem contact op met de support!
7.
Sluit nu alle Extensions weer aan op de Loxone Link. Nadat u heeft gecontroleerd of alle stekkers correct ingestoken zijn, kunt u de stroomvoorziening weer activeren.
Als het probleem nog steeds niet verholpen is, dient u contact op te nemen met de support!