Formule

Met dit programmabouwsteen kun je wiskundige rekenopdrachten realiseren. Er kan een formule met maximaal 4 analoge waarden worden berekend, die aan de uitgang beschikbaar wordt gesteld. Een toepassingsvoorbeeld is de niveauberekening van een waterreservoir. De formule is gedefinieerd in de eigenschappen van de bouwsteen.

Inhoudsopgave


Uitgangen

Contractie Korte beschrijving Beschrijving Waardebereik
R Result Resultaat
E Error Bv. in het geval van verboden rekenkundige bewerkingen. -




Parameter

Contractie Korte beschrijving Beschrijving Waardebereik Standaardwaarde
I1-4 Value 1-4 Deze waarde kan worden gebruikt in de formule. Een vaste waarde kan in de eigenschappen ook worden toegekend. 0




Eigenschappen

Korte beschrijving Beschrijving Standaardwaarde
Formule De 4 ingangen worden aangeduid als I1,I2,I3,I4.

De volgende operanden zijn beschikbaar: +,-,*,/,^

De volgende functies zijn beschikbaar: PI, ABS, SQRT, LN, LOG, EXP, SIN, COS, TAN, ARCSIN, ARCCOS, ARCTAN, SINH, COSH, TANH, RAD, DEG, SIGN, INT, IF, MIN, MAX

Trigonometrische functies gebruiken radialen als maateenheid, invoer in graden moet eerst worden omgezet (bv. SIN(RAD(I1)).

Example: (I1+(I2*0,005))/SIN(I3)
-




Ondersteunde functies

+: Toevoegen

-: aftrekken

*: Vermenigvuldigen

/: Delen

^: Vermogen x ^ n

PI: cirkel nummer PI (~ 3.14)

ABS : Absolute waarde ABS(I1) => |I1|

SQRT: vierkantswortel SQRT (I1)

LN : Natuurlijk logaritme met de basis e LN(I1)

LOG : LOG Logaritme naar basis 10 LOG(I1)

EXP : Exponentieel functie EXP(I1) => e^I1

SIN : Sinus SIN(I1)

COS : Cosinus COS(I1)

TAN : Tangens TAN(I1)

ARCSIN : Arkussinus ARCSIN(I1)

ARCCOS : Arkuscosinus ARCCOS(I1)

ARCTAN : Arkustangens ARCTAN(I1)

SINH : Hyperbelsinus SINH(I1)

COSH : Hyperbelcosinus COSH(I1)

TANH : Hyperbeltangens TANH(I1)

RAD : Hoekrepresentatie in radialen (360°=2PI)

DEG : Hoekweergave in graden (360°)

SIGN : Signum-functie ( Sign-functie) SIGN(I1)

INT : Integer-functie (verwijdert decimalen) INT(I1)

IF: If-functie, voorbeelden:
IF(I1 > 0;1;0)
IF(I1==0;0;1)
Vergelijkingsoperatoren: == (gelijk), != (niet gelijk), > (groter), >= (groter of gelijk), < (minder), <= (minder of gelijk)

MIN: Minimale functie. Geeft het kleinste resultaat van twee expressies, voorbeelden:
MIN(I1;I2+10)

MAX: Maximale functie. Geeft het grootste resultaat van twee expressies, voorbeelden:
MAX(I1*I2;100)