De Remote Air is een compacte draadloze afstandsbediening met 5 knoppen op basis van Loxone Air.
Inhoudsopgave
- Montage
- Inbedrijfname
- Functies en toewijzing van de toetsen
- Ingangen, uitgangen, eigenschappen
- Documenten
Montage↑
Open het batterijvak aan de achterzijde, bv. met een muntje. Plaats de meegeleverde CR2032-lithiumbatterij en sluit het batterijvak.
Inbedrijfname↑
De leermodus is actief in de leveringstoestand na het plaatsen van de batterij. Dit wordt aangegeven door het rood/groen/oranje wisselend licht van de status-LED.
Volg vervolgens de koppelprocedure op de Air interface.
Als u de leermodus handmatig wilt activeren, drukt u direct na het plaatsen van de batterij gedurende ten minste 5 seconden op de leerknop.
De Status LED bevindt zich linksboven en schijnt door de kunststof behuizing. De leerknop is de bovenste knop (1).
Functies en toewijzing van de toetsen↑
Loxone drukknop standaard
De Remote Air gebruikt de drukknop standaard$ in een aangepaste vorm.
Sleep de Remote Air van de randapparatuur naar de programmeerpagina om de gecombineerde T5-input van ondersteunde apparaten (verlichting, zonwering, audio) te gebruiken.
De functies van de toetsen zijn als volgt:
Knoppen als individuele ingangen
Als de knoppen vrij te gebruiken zijn bij het programmeren, activeer dan de afzonderlijke ingangen door de selectievakjes in de instellingen op afstand aan te vinken.
De toewijzing van de ingangen is als volgt:
Sensoren↑
Korte beschrijving | Beschrijving | Waardebereik |
---|---|---|
T5 | Gecombineerde ingang voor de 5 drukknoppunten volgens de Loxone-drukknopstandaard. | ∞ |
Diagnose ingangen↑
Korte beschrijving | Beschrijving | Eenheid | Waardebereik |
---|---|---|---|
Battery level | Geeft het huidige batterijniveau aan. | % | 0...100 |
Battery low | Aanduiding van lage batterij, batterij moet vervangen worden. | - | 0/1 |
Eigenschappen↑
Korte beschrijving | Beschrijving | Standaardwaarde |
---|---|---|
Serienummer | Serienummer van het Air apparaat | - |
Apparaattype | Air apparaat type | - |
Knop 1 weergeven | Enkelknop beschikbaar maken | - |
Knop 2 weergeven | Enkelknop beschikbaar maken | - |
Knop 3 weergeven | Enkelknop beschikbaar maken | - |
Knop 4 weergeven | Enkelknop beschikbaar maken | - |
Knop 5 weergeven | Enkelknop beschikbaar maken | - |
Knopgedrag | Specificeert het gedrag wanneer een knop wordt ingedrukt. Puls: verstuurt een puls bij opgaande flank OnOff: verstuurt AAN bij opgaande flank en UIT bij neergaande flank |
- |
Fout uitgang weergeven | Fout uitgang wordt in 2de regel weergegeven, wanneer aangevinkt. | - |